Marja @ Rotterdam Maastricht |16 December Coronaweek 40
Voor het podium staan in een strak patroon 30 losse stoelen opgesteld. De helft daarvan is bezet door mannen en vrouwen in toga. En op dat podium wordt een interessante vrouw geïnterviewd. Door Twan Huys nog wel want er is een zomeravond georganiseerd waarin we Marja, voormalig bestuursvoorzitter van het MUMC+ leren kennen. Ik heb geluk dat ik haar anderhalvemeterafscheid mag vastleggen want een dag eerder, in oktober, kondigende de minister nieuwe maatregelen aan waarin alle evenementen, feesten en bedrijfsuitjes moesten worden geschrapt. Samenkomsten van 30 personen werden gelukkig wel nog toegestaan. Op anderhalve meter.
En zo komt het dat op de valreep het grootste afscheid van Marja, weliswaar in afgeslankte vorm, toch door kan gaan. Het is een afscheid om nooit te vergeten, want wie maakt dit nog mee zo, zegt ze enthousiast als ik haar twee maanden later mag spreken over haar coronatijd. Via ZOOM, zoals dat nu gaat.
Weet je wat fascinerend is? zegt Marja via mijn laptopscherm, die eerste golf heb ik helemaal niet kunnen bekijken vanuit het perspectief van iemand die er niet aan deelneemt. Ik zat er middenin, ik vertrok ‘s morgens naar mijn werk en ik was maar met één ding bezig en dat was patiëntenzorg.
We zaten met het crisisteam op anderhalvemeter in het ziekenhuis bij elkaar en je dacht helemaal niet na over thuisblijven want er was maar een manier om je werk te doen en dat was naar het ziekenhuis gaan. Het enige moment waarop ik merkte dat er in de maatschappij iets aan de hand was, was onderweg ernaartoe. Thuis keek ik naar het nieuws en de cijfers, maar die hele dynamiek van wat het betekent als je de hele tijd thuis zit zie ik nu pas.
Misschien is het wel makkelijker met zo’n crisis omgaan als je werkt. Thuis zit je toch een beetje af te wachten hoe het zal gaan, zegt ze.
Ik kan me ook voorstellen dat het voor mensen lastig is om hele dagen thuis te zijn. Als je bijvoorbeeld drie hoog boven woont, je geen hobby’s hebt of je jezelf niet goed kunt vermaken is dat wel een opgave. En dan is het best een lange dag.
Ik kom tijd tekort maar je kunt hier in Rotterdam nu niet even op een terrasje een kopje koffie gaan drinken. Dat is toch anders dan in Limburg middenin de natuur wonen en je werk en van alles te doen te hebben. Dat contrast ga ik nu nog meer ervaren.
Hoe omschrijf je je werk in de eerste lockdown?
Ik riep het crisisteam bij elkaar. Helen Mertens deed dat voor het ziekenhuis en ik was regiovoorzitter voor alle ziekenhuizen, zorginstellingen en huisartsen uit de regio Limburg en Noord-Limburg.
We hadden nog nooit zo’n crisis meegemaakt, dus we moesten eerst uitzoeken hoe je zoiets überhaupt aanpakt. Dan begin je eerst als ziekenhuis met een crisisteam op te zetten en dan ontdek je dat het je over de schoenen gaat lopen. Helen had overleg in huis en ik zat er af en toe bij.
Toen de druk op de ziekenhuizen groter werd zat ik elke dag bij dat crisisberaad. Daar zijn de plannen gemaakt voor de grote triagetent bij de eerste hulp, wat achteraf een hele goede zet bleek.
We hadden het grote voordeel dat we al jarenlang een samenwerkingsverband met Bergamo hadden en van daaruit hoorden we via onze intensivisten hele alarmerende berichten.
In de eerste week al, is er door een groep anesthesisten, intensivisten en anderen nagedacht wat te doen, want als het zo gaat als in Bergamo waar de ziekenhuizen overvol lagen en de overledenen door de straten werden gereden, moesten er plannen klaar liggen. Toen zijn wij als eerste begonnen met de plannen om in het MECC de zorgcapaciteit voor coronapatienten uit te kunnen breiden. Die plannen lagen klaar toen de eerste lockdown kwam en toen zijn de cijfers naar beneden gegaan. We hebben het MECC uiteindelijk niet in gebruik hoeven nemen, maar we hebben altijd gezegd, better safe than sorry.
Tegelijkertijd, toen het heel druk werd op de eerste hulpen, kwam ik als ROAZ-voorzitter regelmatig samen met Frank Klaassen van de GGD om te kijken hoe we de crisis in de regio gingen aanpakken.
We hebben die regio verdeeld in drie tafels: huisartsen met verpleeghuizen en de ziekenhuizen. In die tijd dachten we nog dat we niet zoveel met de verpleeghuizen en huisartsen hoefden overleggen, zegt ze. Maar dat was wat je deed; de hele dag overleggen en afstemmen.
Ik had vooral elke dag te overleggen met de ziekenhuizen in mijn ROAZ-regio; Weert, Venlo, Roermond, Zuiderland.
Toen het heel spannend werd en de ziekenhuisopnames bleven stijgen overlegden we iedere ochtend telefonisch met alle voorzitters. Daar zat vaak een van onze intensivisten bij, want die had een beetje de regie over hoe de IC-bedden in de regio verdeeld werden.
En we moesten de cijfers regelen: waar zijn IC-plekken vrij, hoe ga je die verdelen en hoe ga je patienten spreiden.
Maar überhaupt, hoe gaan we deze crisis aanpakken? Het ging toen voornamelijk over mondkapjes, hoe ga je daarmee om. De filosofie bestond nog dat mondkapjes zoals we ze nu hebben geen zin hadden. Er is heel veel ontwikkeling in kennis geweest. We wisten het eerst niet.
En elke keer was het een andere zwakke schakel die kritiek werd. Dus het begon met mondkapjes die we niet hadden. Die kapjes moesten in die tijd van over de hele wereld komen.
Vanuit ons academisch ziekenhuis, want wij hadden veel meer kennis, vertelde dan een van onze infectiologen aan de andere ziekenhuizen wat we nu wel of niet moesten doen met mondkapjes. En toen de mondkapjes op waren hebben wij als academisch ziekenhuis de methodiek uitgeprobeerd om de kapjes zelf te steriliseren. En zo hebben we dat met elkaar proberen te tackelen.
En nu maken we die mondkapjes zelf, maar het grootste probleem is het tekort aan beschermingsmiddelen geweest; dan waren de schorten op en als de man van inkoop de hele nacht had zitten bellen voor schorten en hij had ze, dan moest er toch een deel naar Weert want als regio deel je bij tekorten de voorraad. Toen hadden we genoeg schorten en waren het weer de beademingsslangen die op waren.
Uiteindelijk was het goed dat het landelijk is overgenomen. Maar die eerste golf hebben we voortdurend te maken gehad met tekorten. Die paniek is er niet meer. We hebben voorraden en we zijn voorbereidt.
En zo zaten ook de verpleeghuizen en de huisartsen bij elkaar en die hebben toen als overloop van de eerstelijnszorg het zorghotel in Urmond ingericht. Het verschil met het MECC was dat in het MECC als overloop van de tweedelijnszorg, zuurstof aanwezig was.
Verder overlegde ik een keer in de week als ROAZ-voorzitter telefonisch met het ministerie, de minister en de inspectie over de kritieke punten in de ziekenhuizen. Want er was ook paniek en de angst dat iets op was.
We hebben nog met Ernst Kuiper die lading mondkapjes ontvangen die niet deugden, weet je nog? vraagt ze. En wat ga je dan doen, als je geen mondkapjes meer hebt? Met die druk leefde je de hele dag. Dat waren andere spannende dingen die we nu niet meer hebben.
Hoe ontlaad je dat?
Daar was ik niet mee bezig. Op zondag ging ik een eindje wandelen, maar je bent van ‘s morgens tot ‘s avonds bezig met het oplossen van corona. Ik kon het woord af en toe niet meer horen, want thuis ging ik dan toch nog even CNN kijken want ik bleef benieuwd. Maar we hielden elkaar op de been, deden een rondje hoe gaat het met je, want je zag dat mensen echt moe werden. En velen van ons hebben corona gekregen.
Het was een heftige tijd.
Ik heb ook altijd gezegd dat ik de tweede golf niet meer wilde doen. Ik ben 67, het is goed geweest. Nu zijn er weer anderen en we zijn beter voorbereid dus dat is fijn overdragen. De basis is gelegd.
Maar ja weet je, ik kijk dan naar Rutte en soms denk ik wel; overdrijven we het niet met deze tweede lockdown, maar je hebt geen keus, want als het weer uit de hand loopt is het ook niet goed. Ik heb wel bewondering voor iemand die die besluiten moet nemen en dat is niet gemakkelijk, want niemand weet het. Toen riepen we mondkapjes helpen niet, nu dragen we ze allemaal. We weten niet wat gaat werken. En soms moet je zeggen dat we het niet weten, maar dat dit ons nu het beste lijkt om te doen.
Ik kan het makkelijk loslaten. Er zijn genoeg dingen die ik kan doen en soms is het goed om eens even niks te doen, lacht ze.
En waar bestaat dat dan uit? vraag ik.
Ik sta later op, ik luister en lees heel veel. Vanmorgen was een hele interessante podcast en onderwijl heb ik een beetje lichaamsbeweging gedaan. Verder luister ik boeken, ik doe boodschappen, mijn dochter komt af en toe eten. Ik ga vrienden opzoeken en ik ben bezig met een functie om toch nog iets te blijven doen in de zuidelijke regio. Ik wandel en ben op zoek naar een huis en ik kan me heel goed vermaken.
Nee puzzelen wordt het niet, lacht ze hard. Ik vind het wel gezellig, ik ben sneller bij mijn kinderen.
Denk je dat het iets in de maatschappij teweeg gaat brengen?
Ik denk dat het uiteindelijk tegen zal vallen en dat we heel snel weer in onze oude consumptiemaatschappij zitten. Mensen hebben wat dat betreft een kort geheugen. We zullen iets bewuster en duurzamer leven in het kader van het klimaat, maar ik geloof niet zo in een enorme omwenteling. Bij een heel groot deel van de bevolking is de hang naar toch weer in vliegtuigen stappen groot, vrees ik. Een deel dat er anders mee omgaat deed dat al.
We moeten er met elkaar iets beters van maken maar ik besef ook wel hoe moeilijk dat is. Verleidingen zijn er bij iedereen, toch?
Is er toch iets positiefs geweest?
Mwah, nee, ik geloof dat dit voor heel veel mensen toch wel zo’n dramatische gebeurtenis is, dat ik het moeilijk vind om te zeggen dat het iets positiefs heeft. Er zijn veel mensen overleden, er hangt veel spanning, veel mensen hebben geen werk. Ik denk dat we dat onderschatten. Zeker in de cultuursector. Daar gaan mensen weer andere dingen doen zoals bij een fietsenmaker werken bijvoorbeeld. Wat wil je anders doen als trompettist bij grote evenementen? zegt ze. En de horeca heeft ook geen werk.
Een gouden randje?.. Ja, er is wel wat bewustwording en bezinning. Die kanten zullen er wel aanzitten maar overall is het een dramatische gebeurtenis. Misschien is het voor een iets groter percentage mensen een wake up call dat we anders moeten leven. Ben alleen zo bang dat we het niet volhouden.
Zelf ben ik ook wel in dingen veranderd. Dus er zijn heus wel positieve dingen uit gekomen. Ik was tegen thuiswerken. Dat blijkt dus wel te gaan.
Wat heb je over jezelf geleerd?
Hoe je met elkaar zo’n crisis managet en dat ik rustig blijf en overeind blijf. Ik had het liever niet meegemaakt maar ik had het niet leuk gevonden als deze crisis tijdens mijn pensioen was uitgebroken. Ik heb wel geleerd dat ik ook dan zo’n uitdaging aankan, want zo’n besluit om een MECC wel of niet te doen, is wel een besluit.
En daarna, als de angst en de dreiging weg is gaat men ook tornen aan dat besluit. En of het überhaupt een goed besluit was. Je leert hoe dat werkt met verzekeraars en hoe de spelregels onderwijl veranderd worden, en hoe het in het machtsspel werkt. Dat heb ik daar ook weer op een bepaalde manier ervaren. Dat is een onderdeel van je werk. Daar leer je ook weer van.
Ik heb ook wel goed crisismanagement meegekregen en daar ook bewondering voor gekregen doordat ikzelf voor zo’n beslissing heb gestaan om een MECC wel of niet te gaan doen of hoe we het mondkapjestekort aan gingen pakken. Ga er maar aanstaan om dat te beslissen. Want jij bent daar de eindverantwoordelijke voor. Ook al komen de plannen van een ander, jij bent degene die de knoop doorhakt.
En dat is wat Rutte nu ook doet. Hij weet niet of zijn beslissingen goed zijn en wij weten het niet. Nu gaat de discussie over het sluiten van de basisscholen. Gisteren zei een van de kinderartsen dat in het OMT gezegd werd dat, in tegenstelling tot het kabinet, de basisscholen niet dicht moeten tot 16 januari en vanmorgen las ik in de krant dat de regering overweegt dat terug te draaien, dus dan zie je toch ook bij Rutte de flexibiliteit om terug te komen op zijn besluit. Maar uiteindelijk weet niemand het, dus terugkomen op je schreden hoort er dan ook bij.
Ik weet het niet, zegt ze. Ik volg op LinkedIn een hoogleraar Bob de Wit. Net als Maurice de Hond heeft hij een geheel andere opinie dan de overheid en het OMT en vindt hij dat de maatschappij niet op slot moet. Ik twijfel soms ook wel of dit offer het waard is. Ik weet het gewoon niet. Je ziet de cijfers stijgen en dan zegt hij dat het de verkeerde cijfers zijn. Ik verdiep me er dan ook in en denk nou, mss zijn we toch wel een tikje te snel geweest met alles dichtgooien, maar niemand die het weet.
Er wordt ook wel gezegd, laat het virus maar uitwoeden. Die ethische discussie gaan we ook niet aan. In de verpleeghuizen zie ik dat ook. Al die visies hebben voor en tegens en voor een deel heb ik mijn eigen opinie daarover, maar die staat los van wat ik vind dat goed is om in ziekenhuizen te doen want daar heb je een totaalverantwoordelijkheid en dat geldt voor een regering ook. Ik twijfel ook, maar dit is zo besloten en dan moeten we dit nu ook maar zo doen.
Ik denk wel dat een van de fouten die in het begin gemaakt is, is dat het OMT helemaal uit virologen bestond. Er was geen brede maatschappelijke vertegenwoordiging en dat was ook niet goed. Alles draaide om IC’s. Maar wat je achteraf snel vergeet is dat toen in Bergamo wagens vol overleden mensen door de straten reden. We hebben hier zelfs nog gekeken welke vrieskasten we moesten bestellen voor als we de overledenen niet kwijt konden. Dat realiseert zich nu niemand, maar dat was wel de realiteit waar we toen mee te maken hadden.
Wat geeft je hoop?
Toch dat het vaccin eraan komt en dat we erdoorheen komen. Ik denk dat de overheid de afweging heeft gemaakt om nu nog even vijf weken in lockdown te gaan zodat we daarna laag in de cijfers zitten. Dan beginnen we met vaccineren en zijn we erdoorheen. En dan is de kans dat het in het voorjaar doorslaat klein. Dat geeft me hoop en dan gaan we naar een normale maatschappij die wellicht best wat veranderd zal zijn.
Ik ben er zeker toch ook door veranderd, zegt ze. Ik denk nu wel anders na over hygiëne. Ik zal niet meer zo gauw aan al dat ge-drie-zoenen meedoen. Zeker in mijn functie waarin je zoveel mensen ontmoet is dat aan de orde. Ik denk dat veel mensen daarover nadenken en daar kan wel wat van blijven hangen en dat zou ik wel prima vinden. Hoewel in Limburg dat gezoen wel heel erg belangrijk is, zegt ze met een lach.
Maar er is hoop genoeg. Ik heb een sterk geloof dat de mens stevig is, zegt Marja tot slot.
Het prachtig mooi opgezette decor en de organisatie is te danken aan PauwelsCongressOrganisers!
Share this Post
CORONAPROJECT over HOOP en zo🍀
Zoveel mensen, zoveel manieren om met deze coronacrisis om te gaan. In dit project verzamel ik tijdens het halen van mijn dagelijks frisse neus verhalen over hoop, betekenis, contact maken en plezier hebben in deze tijd. Maar ook zijn er verhalen over verdriet en vaak een onvermijdelijk verlies.
Over mensen die het roer hebben moeten omgooien en over ongelooflijke veerkracht die soms ook eindig is.
Maar misschien zijn er ook dingen die je meer bent gaan waarderen en is er iets veranderd dat je best graag zou willen meenemen als dit allemaal voorbij is? Vanaf juni ben ik ook benieuwd hoe je denkt over alle maatregelen en of je het nog een beetje volhoudt allemaal.
En dan is het oktober met een tweede gedeeltelijke lockdown. En dat is weer een heel ander verhaal.
Neem hier een kijkje, er komen regelmatig verhalen bij. En leuk nieuws: er komt een boek, want we hebben met z'n allen toch een mooi tijdsdocument gemaakt. Ouderwets, zo'n boek? Nee hoor, want over een paar jaar kunnen we onze digitale bestanden niet meer inlezen. En dat zou jammer zijn.
Mocht je nu iemand kennen die door corona in een heel bijzondere situatie zit en die mee wilt doen met het project, laat het me even weten, of stuur degene de link even door. Grijp je kans! Je bent van harte welkom. Dank je wel!