Wanneer ik oude foto’s van mezelf zie, dan denk ik echt: wat was je toen mooi. Ja, dat was in de kuiventijd. Nu vind ik alleen mijn ogen nog mooi. Soms kijk ik in de spiegel en dan kijk ik naar die ogen. Ik zie dan een soort heftigheid die zegt: door, door, door, je moet door! Ik denk niet dat dat goed is, want dat maakt me nerveus. Ik lijk zo wel heel rustig, maar van binnen… Waar dat vandaan komt? Nou, ik zal je mijn leven vertellen. Steek ik even een sigaretje op.
Hij zat op een stoepje op de markt, zijn boodschappenkarretje naast zich, en keek naar de mensen die voorbij liepen. Ik was al een tijdje op zoek naar een geschikt persoon om te fotograferen, en toevallig sprak hij me aan. Ik liet hem mijn kleine boekje met portretten en verhalen zien, en vroeg of hij mee wilde doen.
Als jij dat graag wilt, natuurlijk! zei hij. Al die portretten die je me laat zien, het lijkt wel alsof ik die mensen ken. De manier waarop ze je aankijken… ik zie overal verdriet… je hebt precies de juiste mensen te pakken. Hij ging een beetje verzitten.
Mijn zus was het eerste kindje van mijn ouders, begon hij, en ze dachten in die tijd dat ze haar wel even zelf zouden halen, maar ze trokken haar met de navelstreng om de hals eruit. Mijn vader heeft haar in een stoel gelegd en is gek geworden.
Ik was hun tweede kind uit zeven en met mij waren ze dolgelukkig. Maar het ging mis. Toen ik elf was, werd ik door mijn vader voor het eerst met een stok geslagen. Precies op de plek in mijn rug die de vruchtbaarheid aantast. Dat weet ik van mijn schoonbroer, die heeft hetzelfde meegemaakt. Kinderen heb ik niet gekregen daardoor. En kinderen maken me zo blij... Maar misschien is dat ook wel goed, want ik zou me zo’n zorgen maken over hun toekomst in deze wereld. Ik ben bang voor deze wereld.
In diezelfde tijd kwam ik bij broeder Achilles in de klas. Die kon er wat van, van treiteren. Óf ik moest strafregels schrijven, of ik kreeg slaag. En mijn vader had hem opgedragen te vertellen wanneer ik buitensporig gedrag vertoonde, dan zou hij daar wel wat aan doen. Toen is mijn leven pas echt begonnen. De ellende. Ik ben flink afgeranseld toen.
En ik heb veel gedaan sinds die tijd. Ik heb mezelf altijd voorgenomen: al ga je door de hel, je zult het leven leren kennen. En vroeg zelfstandig als ik was -ik werd tevens op kostschool gestuurd bij de Franciscanen- heb mijn eigen pad uitgezet. Ik bedacht de reclamecampagnes voor een groot bedrijf hier en dat heeft me een succes gehad..!
Maar mijn droom was altijd om naar Frankrijk te gaan. Ik hield van de Franse taal, en ik was helemaal weg van St. Tropez en Cannes, de Côte d’Azur. Daar wilde ik wel eens heen, dus toen ik een goede vriendin ontmoette die naar de Middellandse Zee wilde rijden, ging ik met haar mee. Ik was meteen verkocht! Toen ik langs de promenade een Nederlands bedrijf ontdekte, ben ik naar binnen gestapt en vroeg ik of ze werk voor me hadden. Ik kon meteen beginnen. Onderaan, omdat mijn Frans nog wat bijgespijkerd moest worden, maar ik klom op.
Na zeven jaar was het welletjes, en besloot ik terug naar Nederland te gaan. Daar hoorde ik van een man die kleine uitvindingen deed en in Amerika woonde, maar tijdelijk in Maastricht was. Ik besloot eropaf te gaan, want Amerika, daar wilde ik ook zo graag nog naar toe. Of ik met hem mee kon voor een baantje en zo geschiedde het; ik kwam bij een bedrijf dat aan de wieg stond van Silicon Valley.
En toen ik 60 werd, verhuisde ik terug naar Nederland. Nu zit ik alleen op mijn flatje en zit helemaal stuk. Ik kom de dag maar niet door en ik pieker te veel. Het leven moet mooi zijn. Vroeger had ik het te druk met werken, stappen, plezier maken, ik kon goed drinken en had daardoor geen tijd om te verwerken wat ik allemaal heb meegemaakt. En ik heb altijd van mijn ouders gehouden, maar nu komt het op me af.
Tja, Vestdijk zei het ook: mensen die dood willen zijn, zijn mensen die eigenlijk heel graag willen leven. En als ik niet bang zou zijn, zou ik God vragen of ik niet mocht inslapen. Omdat het allemaal geen zin meer heeft, ik mis intelligente mensen om me heen en ik heb geen geld, ik heb alles verloren in de crisistijd en kom er maar niet bovenop.
Wat ik zou doen als ik veel geld had? Ik weet niet hoe ik me dan zou voelen. Ik heb ooit gelezen dat een zieke vrouw volledig genas toen ze de lotto won. Ja, dat wilde ik net zeggen, de wonderen zijn de wereld nog niet uit, en een waarzegster heeft me ooit gezegd dat ik 98 zou worden.
Als ik het financieel op orde had, zou ik deze flat verlaten en naar Zwitserland gaan om tot rust te komen en te genezen. Om weer helemaal op te knappen, want al die antidepressiva en zo helpen niet, en ik ben eraan verslaafd geraakt...
Toch heb ik ondanks alles ook heel veel geluk gehad in mijn leven en mooie dingen mogen doen. Daar moet ik ook eerlijk over zijn. Ik heb mijn dromen kunnen waarmaken, omdat ik alleen was. En ik kan nog steeds enorm genieten van de eerlijkheid en puurheid van kinderen. Als ik naar ze kijk, denk ik dat dat het is: dat stukje hemel op aarde. De ziel is puur. De rest kan kapot gaan, maar de ziel blijft.
Ik heb ooit mooie teksten bewaard. Van Indianen en zo. Prachtig hoe zij het leven beschrijven, maar mensen om me heen begrijpen het niet. Dat doet me zo’n verdriet, dat als ik doodga, er niemand is aan wie ik ze kan nalaten. Als ik de boel een beetje op orde heb, dan kan ik je ze laten zien en dan zal ik de mooie dingen opschrijven!
Wat ik pubers zou willen meegeven? Leer eerst jezelf kennen, wees streng voor jezelf en laat je niet zomaar meeslepen. Weet eerst hoe sterk je bent en zorg dat je helemaal zelfstandig bent, dan kom je vanzelf de juiste partner of baan tegen. En leg elke dag een beetje geld opzij voor je pensioen, en vertel dat tegen niemand!
Ik wil gewoon dat iedereen gelukkig is. En weet je wat? Vlak voordat je aankwam zat ik helemaal stuk en vroeg ik God (want ik ben gelovig) of hij me iemand wilde sturen om een beetje mee te praten. Ik denk niet dat dit toeval is, jij wel?